Plan: | Volen ong Heide |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.PRB10010-va01 |
De voorgenomen activiteit is niet aan te merken als risicovolle activiteit welke van invloed is op de externe veiligheid in de omgeving.
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen1 vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het projectgebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op 2 maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn etc), waarbij de 10-6 contour (kans van 1 op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.
Groepsrisico
Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp.
Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm).
Voor elke verandering van het groepsrisico (af- of toename) in het invloedsgebied moet verantwoording worden afgelegd, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze verandering in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van groepsrisico moet andere kwalitatieve aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Onderdeel van deze verantwoording is overleg met (advies vragen aan) de regionale brandweer.
(Beperkt) kwetsbare objecten
Er moet getoetst worden aan het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen wanneer bij een ontwikkeling (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan. Een logiesgebouw is beperkt kwetsbaar object in de zin van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen. Er moet daarom worden getoetst worden aan het aspect groepsrisico en plaatsgebonden risico.
Risicovolle activiteiten
In het kader van het plan moet bekeken worden of er in of in de nabijheid van het plan sprake is van risicovolle activiteiten (zoals Bevi-bedrijven, BRZO-bedrijven en transportroutes) of dat risicovolle activiteiten worden toegestaan.
- Externe veiligheid in en rondom het projectgebied
Risicovolle inrichtingen
Uit gegevens van de provincie Limburg (provinciale risicokaart) is naar voren gekomen dat zich binnen een omtrek van ca 1750 m van de planlocatie geen risicovolle inrichtingen bevinden.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
De wegen in de nabijheid van de planlocatie waarover gevaarlijke stoffen kunnen worden vervoerd zijn de Rijksweg A73, de provinciale weg N277 (Middenpeelweg), N270 (Deurneseweg).
De afstand tot de Rijksweg A73 bedraagt circa 4,3 kilometer. De afstand tot de provincialewegen N277 (Middenpeelweg) bedraagt ca 3100 m en de N270 (Deurneseweg) bedraagt ruim 1250 m. Deze wegvakken komen niet voor in de Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen. De plaatsgebonden risicocontour van deze wegen vormt dan ook geen belemmering voor de realisatie van deze (beperkt) kwetsbare objecten.
In de 'Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen' wordt aangegeven dat binnen 200 meter van een weg het groepsrisico betrokken moet worden. Gezien de afstand tot de Rijksweg A73 en de provinciale wegen behoeft voor deze wegen het groepsrisico niet te worden verantwoord. De beperkt kwetsbare objecten worden echter op de locatie Volen opgericht. Over deze weg zal geen transport met gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Door de voorgenomen verbouw van de bestaande gebouwen treedt daardoor geen toename op van het groepsrisico ten aanzien van de huidige situatie die op grond van het geldende bestemmingsplan kan ontstaan.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over water en spoor
Een spoorverbinding en de Maas zijn op grote afstand van de projectlocatie gelegen dat er geen sprake kan zijn van een risicovolle situatie.
Vervoer van gevaarlijke stoffen per buisleiding en hoogspanningsleidingen
Volgens de provinciale risicokaart vindt in en rond de planlocatie geen transport plaats van gevaarlijke stoffen per buisleiding nabij de projectlocatie. De dichtstbij gelegen aardgasleiding is op ten minste 500 m afstand gelegen. Deze afstand is ruimschoots voldoende. In de nabijheid van de projectlocatie bevinden zich geen hoogspanningsleidingen.
Conclusie
De planlocatie ligt niet binnen een plaatsgebonden risicocontour of een invloedsgebied van een bedrijf of een transportroute van gevaarlijke stoffen (via de weg, water, spoor, of buisleiding). Externe veiligheid vormt derhalve geen belemmering voor de realisatie van de logiesverblijven.