Artikel 5 Maatschappelijk
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- instellingen en voorzieningen op (para)medisch, sociaal cultureel, educatief of religieus gebied, dan wel op het gebied van sport en recreatie of openbaar bestuur;
- horeca, met dien verstande dat slechts horeca in de categorieën zoals beschreven in artikel 1.37 sub a en b is toegestaan, of horeca zoals beschreven in artikel 1.37 sub c voor zover het een wijkcentrum betreft;
met de daarbij behorende:
- speel- en sportvoorzieningen;
- doeleinden van openbaar nut;
- ‘kiss & ride’ zone;
- bijgebouwen ten behoeve van fietsenberging, opslag en vergelijkbare doeleinden;
- (voorzieningen ten behoeve van) laden en lossen en parkeervoorzieningen;
- voet- en rijwielpaden;
- groenvoorzieningen;
- ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
op of in de voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden mogen slechts die gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
5.2.2 Gebouwen
Ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
- gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden opgericht;
- met maximaal bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ is aangegeven;
- de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
5.2.3 Bijgebouwen
Ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen ten behoeve van de onder 5.1 sub f genoemde functies gelden de volgende bepalingen:
- de betreffende bijgebouwen mogen buiten het bouwvlak worden opgericht;
- het oppervlak van bijgebouwen bedraagt maximaal 20 m2;
- de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 m.
5.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 m.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
- het straat en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de externe veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden en/of opstallen voor:
- detailhandel;
- horeca in de categorieën zoals beschreven in artikel 1.37 sub d en e;
- ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
- tijdelijke en/of permanente bewoning;
- het opslaan en stallen van materialen buiten de bebouwing.