Plan: | Bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.BP09020-Va01 |
De in het plan opgenomen bestemmingen en dubbelbestemmingen worden hierna nader toegelicht:
Bestemming Agrarisch (artikel 3):
Binnen deze bestemming zijn de gronden uitsluitend ten behoeve van agrarisch grondgebruik toegestaan. Er is geen bebouwing mogelijk met uitzondering van (veekerende) afrasteringen. In de specifieke gebruiksregels zijn een aantal bepalingen opgenomen aangaande het strijdig gebruik van de gronden (overeenkomstig het Bestemmingsplan Buitengebied Venray). Tot slot wordt in de wijzigingsbevoegdheid bepaalt dat een wijziging van 'Agrarisch' naar de bestemming 'Bedrijf' mogelijk is wanneer wordt voldaan aan een aantal bepaalde voorwaarden, waaronder de eis dat de concrete behoefte aangetoond dient te worden door middel van een bedrijfsplan waarin de noodzakelijkheid tot wijziging wordt aangetoond.
Bestemming Bedrijf (artikel 4):
Binnen deze bestemming zijn bedrijven rechtstreeks toegestaan in de milieucategorieën 2 tot en met 3.2, zoals deze zijn opgenomen in de bij dit plan behorende staat van bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 14 'Staat van bedrijfsactiviteiten'). In het kader van bedrijven en milieuzonering zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - categorie 2 tot 3.1', uitsluitend bedrijven uit de categorie 2 en 3.1 toegestaan. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor bedrijven;
Kantooractiviteiten zijn slechts toegestaan ter ondersteuning van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, waarbij het brutovloeroppervlak dat ten behoeve van deze kantooractiviteiten wordt gebruikt maximaal 30% bedraagt, conform de richtlijnen van de provinciale Handreiking ruimtelijke ontwikkeling.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidwerende voorzieningen' is een groene geluidswal opgericht. Deze aanduiding kan geen bestemming 'groen' krijgen vanwege het verbod in laatstgenoemde bestemming voor het oprichten van houtopstanden.
Verder is een voorgevelrooilijn van minimaal 13 meter opgenomen vanwege stedenbouwkundige eisen en tevens verkeersvoorwaarden (de draaicirkel van het vrachtwagenverkeer/ brandweerwagens). In het vigerend plan was deze voorgevelrooilijn 8 meter, waarvoor een algemene bouwregel is opgenomen die bestaande bebouwing rechtsgeldig opgerichtop het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, geacht wordt te voldoen aan de regels van dit plan.
Tevens is een minimale bebouwingspercentage (van 50%) voorgeschreven, om de ruimte van het bedrijventerrein zo nuttig mogelijk te besteden in het kader van duurzaam ruimtegebruik.
Bestemming Groen (artikel 5):
De gronden binnen deze bestemming zijn onder andere bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en voet- en rijwielpaden. Er mogen geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen worden opgericht.
Bestemming Verkeer (artikel 6):
Deze bestemming is toegekend aan de (bestaande) bedrijventoegangsweg 'de Agrobaan' in het plangebied. De minimale breedte voor deze weg is 3,5 meter. Deze weg dient voor de ontsluiting van de aangrenzende bedrijfspercelen. Aan de noord-oost hoek is een aanduiding opgenomen die de calamiteitenontluiting van de Deurneseweg naar het bedrijventerrein mogelijk maakt. Deze ontsluiting is uitsluitend bestemd voor hulp- en nooddiensten.
Bestemming Water (artikel 7):
De bestemming Water rust op de regenwaterbergingsvoorziening in de noorden en westen en noord-west hoek van het plangebied.
Waarde - Archeologie (artikel 8):
De dubbelbestemming Waarde - Archeologie is gelegen op het gehele plangebied. Voordat er gebouwd mag worden dienen de gronden eerst vrijgegeven te worden door middel van een goedgekeerd selectiebesluit. Een aanlegvergunningsstelsel is opgenomen ter bescherming van de eventuele aanwezige archeologische waarden.
Algemene regels
Hoofdstuk 3: “Algemene regels” omvat regels en bepalingen die betrekking hebben op het gehele plangebied.
Anti-dubbeltelbepaling (artikel 9):
Dit artikel geeft aan dat grond die al eerder moest worden meegeteld bij de beoordeling van een bouwplan niet nog eens mag worden meegeteld bij een nieuwe bouwaanvraag.
Algemene gebruiksregels (artikel 10):
Deze bepaling is een rechtstreekse uitwerking van het in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening opgenomen verbod gronden of bouwwerken te laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan.
Algemene Aanduidingsregels (artikel 11):
In het plangebied zijn enkele vrijwaringszones gelegen. Dit is de vrijwaringszone 50 m rooilijn ten behoeve van de Provinciale weg N270 (Deurneseweg). Verder is er een aanduiding luchtvaartverkeerszone opgenomen ten behoeve van het luchtverkeer van defensie.
Algemene ontheffingsregels (artikel 12):
De ontheffingsmogelijkheid welke is opgenomen in het eerste lid van dit artikel betreft eenafwijkingsmogelijkheid van de in de planregels gegeven maten en normen met betrekking tot het bouwen. Deze bepaling wordt nodig geacht om de bruikbaarheid van het plan te bevorderen. Het gaat hierbij om kleine afwijkingen van de situering of afmeting van gebouwen, die geen afbreuk doen aan de bestemmingsdoeleinden. In het tweede lid van dit artikel wordt bepaald dat bij het verlenen van een ontheffing van de in dit plan opgenomen regels te allen tijden dient te worden verzekerd dat na realisatie van de functie of bebouwing welke middels de ontheffing wordt gemaakt, nog steeds kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Het derde en vierde lid bepalen dat Burgemeester en Wethouders voor ondergeschikte bouwdelen ontheffing kunnen verlenen ten aanzien van de maximum toegestane bouwhoogte en de toegestane situering. Ondergeschikte bouwdelen zijn buiten de gevel of het dakvlak uitstekende ondergeschikte delen van een gebouw, zoals bijvoorbeeld luifels, liftopbouwen of -kokers, antennes, reclame-uitingen, technische installaties en noodtrappen. Uitgebouwde gedeeltes van een gebouw worden niet tot de ondergeschikte bouwdelen gerekend.
Overige regels (artikel 13):
Hierin bevindt zich de bepaling met betrekking tot werking wettelijke regelingen waarnaar in het plan verwezen wordt. Deze luiden zoals deze gelden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 4 “Overgangs- en slotregels” bevat onder andere de bepalingen die betrekking hebben op:
Overgangsrecht (artikel 14):
Bouwwerken welke op het moment van tervisielegging van het plan bestaan (of waarvoor een bouwvergunning is aangevraagd), mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de planregels op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag gehandhaafd blijven.
Slotregel (artikel 19):
Dit artikel geeft de titel van de planregels aan.