direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden
Plan: Projectbesluit voor het bouwen van een rundveestal aan de Houtklef 10 te Venray
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.PRB09017-va01

Artikel 3 Agrarisch met waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijfsvoering;
  • b. bescherming en versterking van bestaande natuurwaarden in combinatie met agrarisch gebruik;
  • c. de uitoefening van een agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "agrarisch bedrijf" (ab);

3.2 Bouwregels

Op de voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden tenzij anders op de verbeelding weergegeven:


3.2.1 Algemeen

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;

3.2.2 Agrarisch bedrijf

Voor de bouwwerken gelegen binnen een bouwvlak met de aanduiding "agrarisch bedrijf"(ab) gelden de volgende eisen:

  • a. (agrarische) bedrijfsgebouwen:

goothoogte   Max. 5,5 m  
bouwhoogte   Max. 10 m  
dakhelling
met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen
(tussenlid, kleine, lage aanbouwen, lage luchtwassers
etc) waarvoor een dakhelling van 0 º is toegestaan.  
Min. 12 º  
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens   Min. 5 m  
afstand tussen twee bedrijfsgebouwen   Max. 20 m  
afstand tot bedrijfswoning   Min. 15m  
afstand tot burgerwoning   Min. 25m  
afstand tot nabijgelegen (bedrijfs)woning
buiten het bouwvlak  
Min. 25m  
afstand tot de bestemming Verkeer-Wegverkeer   Min. 10m  

  • b. bij nieuwbouw dienen bedrijfsgebouwen op een minimale afstand van 15 meter van de bedrijfswoning en achter de achtergevel van de bedrijfswoning te worden gesitueerd, met uitzondering van herbouw, indien de noodzaak tot een kortere afstand kan worden aangetoond en/of de herbouw op de bestaande fundering plaatsvindt.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van de bebouwing;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. het bijdragen aan het behoud en/of versterking van de aanwezige gebiedskwaliteiten.

Een en ander met inachtneming van de regels zoals deze gesteld zijn in artikel 39.3.1 (basispakket).

3.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel 3.2.1 sub a van de planregels en overschrijding van de begrenzing van de op de verbeelding aangeduide agrarische bouwvlakken met bebouwing toestaan, onder de voorwaarden dat:
  • 1. de overschrijding van het agrarisch bouwvlak, in verband met een doelmatige bedrijfsvoering dan wel vanwege andere bedrijfsomstandigheden ter plaatse noodzakelijk is voor de uitbreiding van het agrarische bedrijf;
  • 2. overschrijding enkel is toegestaan tot maximaal 10% van het bestaand bouwvlak met een maximale lengte van 25 m en slechts éénmalig tijdens de planperiode;
  • 3. de oppervlakte van het bestaand bouwvlak als basis blijft dienen bij een eerstvolgende wijziging van begrenzing en/of omvang;
  • 4. sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
  • 5. de cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden behouden dienen te blijven;
  • 6. er dient te zijn voldaan aan de eisen gesteld in artikel 39.3 (basispakket en - plus) van de planregels;
  • b. het bepaalde in artikel 3.2.2 onder a van de planregels en het verhogen van de maximale bouwhoogte van de agrarische bedrijfsgebouwen toestaan, onder de voorwaarden dat: ontheffing kan worden verleend tot 12 m, indien:
  • 1. het verhogen, in verband met een doelmatige bedrijfsvoering dan wel vanwege andere bedrijfsomstandigheden ter plaatse noodzakelijk is voor de uitbreiding van het agrarische bedrijf;
  • 2. voldaan dient te zijn aan de eisen uit artikel 39.3 (basispakket en -plus) van de planregels;

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 35 van de planregels, meer in het bijzonder:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, waaronder tevens caravans ten behoeve van de huisvesting door buitenlandse werknemers;
  • b. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering;
  • c. het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en opstallen voor niet-agrarische activiteiten op een agrarisch bedrijf;
  • e. het gebruik van gronden en opstallen voor het bewerken van agrarische producten;
  • f. het gebruik van de agrarische bedrijfswoning voor de tijdelijke huisvesting van buitenlandse werknemers;
  • g. het gebruik van de agrarische bedrijfswoning en (agrarische) bedrijfsgebouwen voor de huisvesting van stagaires en grooms voor het africhten van paarden;
  • h. het gebruik van (agrarische) bedrijfsgebouwen (stallen) en bijgebouwen ten behoeve van bewoning;
  • i. het gebruik van recreatiewoningen ten behoeve van permanente huisvesting;
  • j. het gebruik van opstallen voor opslagdoeleinden, uitgezonderd:
  • 1. opslagdoeleinden die verband houden met het op de bestemming gerichte gebruik van opstallen;
  • 2. statische opslag in niet meer functionele agrarische bedrijfsbebouwing, niet zijnde kassen;
  • k. elke vorm van detailhandel;
  • l. het gebruik ten behoeve van horecadoeleinden, behoudens verband houdend met het binnen de bestemming op de grond gerichte gebruik van gronden en opstallen;
  • m. het gebruik of het laten gebruiken van gronden en/of gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een sexinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie.
  • n. het gebruik van een bedrijfswoningen en bijbehorende gebouwen ten behoeve van een aan-huis-gebonden-bedrijf;
  • o. het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van mestverwerkingsactiviteiten behoudens activiteiten welke ondergeschikt zijn aan het agrarisch bedrijf waarbij de mest afkomstig is van hetzelfde bedrijf;
  • p. het omschakelen van een agrarisch bedrijf naar een glastuinbouwbedrijf of een intensieve veehouderij;
  • q. het omschakelen van een agrarisch bedrijf naar niet- grondgebonden agrarische bedrijvigheid;
  • r. het uitoefenen van nevenactiviteiten;
  • s. het gebruik van hagelnetten;
  • t. het gebruik van opstallen ten behoeve van kleinschalige verblijfsrecreatie.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid


3.6.3 Wijziging bouwvlak – uitbreiding agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en vergroting van bestaande agrarische bedrijven, geen intensieve veehouderijen of glastuinbouwbedrijven zijnde, toestaan onder de voorwaarden dat:

  • a. aangetoond is dat binnen het bestaande bouwvlak onvoldoende mogelijkheden zijn voor uitbreiding;
  • b. vergroting is toegestaan tot een maximum van 1,5 ha;
  • c. de vergroting, in verband met een doelmatige bedrijfsvoering dan wel vanwege andere bedrijfsomstandigheden ter plaatse noodzakelijk is voor de uitbreiding van het agrarische bedrijf;
  • d. sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
  • e. voldaan moet zijn aan de eisen die zijn gesteld in artikel 10.3 (basispakket en - plus) van de planregels;
  • f. van de maat van 1,5 ha kan worden afgeweken, indien voldaan is aan de eisen die zijn gesteld in artikel 10.3 (basispakket en -plus) van de planregels;
  • g. de natuurlijke, cultuurhistorische, visueel-landschappelijke en/of abiotische waarden behouden dienen te blijven;
  • h. de maximale afstand van de aan de wegzijde gelegen grens van het bestemmingsvlak tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' 200 m bedraagt;