a. Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels ontheffing kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
1. het afwijken van de in artikel 3 t/m artikel 4 genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
2. het afwijken van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals straatvoorzieningen voor afvalstoffen, transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes.
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in Artikel 7 onder a indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.