direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.BP09020-Va01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch ' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van de artikelen 8(Waarde - Archeologie) en 11 (Algemene aanduidingsregels) uitsluitend bestemd voor agrarisch grondgebruik en dagrecreatief medegebruik.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden is geen bebouwing toegestaan, met uitzondering van (veekerende) afrasteringen met een maximum bouwhoogte van 1,5 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als plaats voor kampeermiddelen, waaronder tevens caravans of woonunits ten behoeve van de huisvesting van seizoensarbeiders;
  • b. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering;
  • c. het gebruik van gronden en opstallen voor detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en opstallen voor niet-agrarische activiteiten;
  • e. het gebruik van gronden en opstallen voor het bewerken van agrarische producten;
  • f. het gebruik van opstallen voor opslagdoeleinden;
  • g. het gebruik of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van een sexinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie;
  • h. het gebruik van gronden ten behoeve van mestverwerkingsactiviteiten behoudens activiteiten welke ondergeschikt zijn aan het agrarisch bedrijf waarbij de mest afkomstig is van hetzelfde bedrijf.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf', met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de concrete behoefte dient aangetoond te worden door een bedrijfsplan waarin de noodzakelijkheid wordt onderbouwd;
  • b. voorzieningen dienen getroffen te worden voor de visuele en landschappelijke inpassing;
  • c. daar waar de bestemming grenst aan de watergang Ysselsteynse loop dient de keur van het Waterschap in acht te worden genomen;
  • d. voorzieningen dienen te worden getroffen voor ontsluiting in geval van calamiteiten, waarbij het advies van de regionale brandweer in acht genomen dient te worden;
  • e. er moet sprake zijn van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
  • f. er moet sprake zijn van een goed stedenbouwkundige beeld, inpasbaarheid en uitvoerbaarheid;
  • g. op de gewijzigde bestemming zijn de regels zoals bepaald in Artikel 4 overeenkomstig van toepassing.