Plan: | Bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.BP09020-Va01 |
In de Strategische visie (2009), wordt een toekomstvisie geformuleerd waarin een antwoord wordt gegeven op de vraag waar de gemeente Venray in het jaar 2020 wil staan. Met de visie op de gewenste toekomstrichting kan de gemeente Venray effectief sturing geven aan het proces van beleidsontwikkeling en prioritering.
Venray richt zich in haar economisch beleid op drie speerpunten:
• Kennis en Innovatie
Venray richt zich op economische activiteiten die een meerwaarde voor de gemeente hebben. Deze meerwaarde kan bijvoorbeeld bestaan uit het toevoegen van een ontbrekende schakel in een bepaalde keten van bedrijven. Ook kan het gaan om een activiteit waarmee de gemeente zich op een positieve manier kan profileren. Wij zien meerwaarde echter vooral in de zin van de mate waarin kennis in een bedrijf aanwezig is dan wel in dat bedrijf wordt ontwikkeld. Hiermee bedoelen we niet alleen bedrijven in de ‘high-tech’ sectoren maar alle bedrijven die zich bezig houden met scholing, innovatie, specialisatie, verduurzaming en/of clustering. Deze activiteiten leiden uiteindelijk tot een verdere verhoging van het niveau van de werkgelegenheid in de regio. In die zin is de term ‘kennisgeoriënteerde’ werkgelegenheid een betere betiteling dan de term ‘kennisintensieve’ werkgelegenheid die voorheen altijd is gebruikt. Belangrijk uitgangspunt van de Venrayse Economische visie is de constatering dat we in toenemende mate leven in een wereldomvattende netwerkeconomie waarbinnen voortdurend nieuwe allianties tussen bedrijven en instellingen ontstaan. Dit maakt het ook niet zinvol om voor langere tijd de economische speerpuntsectoren vast te leggen. Op basis van de huidige structuur en de geconstateerde trends kiest Venray voor de reeds sterke sectoren in de Venrayse economie en voor het stimuleren van startende bedrijven. Dit betekent dat de gemeente bedrijvigheid stimuleert in de kennisintensieve productie en logistiek, de agribusiness en food- en de zorgsector. In zekere zin gaan we daarmee terug naar onze economische wortels.
• Regionale Identiteit
Venray ontleent haar identiteit aan een sterke agribusiness, de logistiek, de productiesector en de zorg. Hiermee is Venray complementair aan de agrologistieke bedrijvigheid in Venlo e.o. Venray onderkent de voordelen van regionaal-economische samenwerking en participeert dan ook al geruime tijd samen met Venlo, Horst aan de Maas, Helden en Gennep in de Regio Venlo. Venray wil deze samenwerking verder uitbouwen en hiervoor een heldere structuur ontwikkelen.
• Kwaliteit en Duurzaamheid
Bij de ontwikkeling van projecten legt Venray de nadruk op kwaliteit en duurzaamheid. Ook stimuleren we de toepassing van deze principes bij bedrijven
Zie paragraaf 2.4 voor nadere toelichting van de inpasbaarheid van het initiatief tot de Strategische en economische visie van de gemeente Venray.
Het door de gemeente Venray opgestelde Ontwikkelingsperspectief 2015 (Gemeente Venray (mei 2006), Ontwikkelingsperspectief Venray 2015. Venray) beoogt de
verbindende schakel te vormen tussen het strategisch beleid zoals verwoord in de strategische visie en het tactisch beleid zoals opgesteld in verschillende Dorp- en Wijkontwikkelingsplannen. De nota biedt een ontwikkelingsperspectief voor de middellange termijn (ontwikkelingen tot 2015, met een doorkijk naar 2020/2025) en vormt voor het gemeentebestuur een leidraad bij de afweging van concrete beslissingen of voor de inzet van bestuurlijke uitvoeringsinstrumenten. In het document is derhalve een uitvoeringsstrategie opgenomen die de gemeente Venray wil hanteren bij de verdere uitwerking en uitvoering van de nota. Daarbij worden dezelfde thema’s aangehouden zoals deze zijn geformuleerd in de Strategische visie. De thema’s worden in het ontwikkelingsperspectief verder uitgewerkt in de vorm van richtinggevende beleidsuitspraken, waarin de keuzes zijn vervat voor het middellange termijnperspectief van Venray. Daarnaast bevat de nota een uitvoeringsprogramma.
In het ontwikkelingsperspectief wordt onder andere aangegeven dat zowel in de ruimtelijke inrichting, als in de sociale structuur, Venray er naar streeft zowel dorp als stad te zijn. De (kleinschalige) doorontwikkeling van het bedrijventerrein agrobaan Ysselsteyn is derhalve zonder meer passend binnen deze aspecten van het ontwikkelingsperspectief.
Daarnaast wordt in het ontwikkelingsperspectief het belang van een selectieve groei van bedrijvigheid verder benadrukt en uitgewerkt. Om de werkgelegenheidspositie van Venray minder kwetsbaar te maken wordt prioriteit gegeven aan bedrijfsvestigingen die de structuur van de werkgelegenheid verbreden. Eveneens zal voor de verouderde terrein gedeelten op de bestaande bedrijventerreinen en actief herstructurering- en revitaliseringsprogramma worden opgezet.
Het bestemmingsplan “bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn” biedt een planologisch / juridische basis om het vestigingsklimaat voor kennisintensieve bedrijvigheid in de agri-business uit te breiden en te versterken. Middels voorliggende bestemmingsplanherziening worden de op dit moment op het bedrijventerrein aanwezige functies vastgelegd en gecontinueerd. Daarnaast is de planologisch / juridische regeling ten opzichte van het oude bestemmingsplan “Agrarisch Bedrijventerrein Ysselsteyn” zodanig aangepast, dat beter kan worden ingespeeld op de vraag vanuit de markt. De middels voorliggend plan toegestane bedrijvigheid en functies maken dat het uitstekend past binnen de door de gemeente Venray geformuleerde ambitie van verbreding van de werkgelegenheid: momenteel is er geen zware industrie op het terrein gevestigd of toegelaten. De thans aanwezige bedrijven opereren grotendeels binnen de (lichte) productiesector.
In haar “Economische visie” (gemeente Venray (2008), Economische visie. Venray) geeft de gemeente Venray verdere invulling aan de doelstelling ‘Venray is kennisintensief’. De visie dient als leidraad voor het gemeentelijk economisch
beleid voor de periode 2008-2020, met waar nodig een doorkijk naar 2020/2025.
In de Economische visie kiest Venray voor de volgende drie speerpunten:
Belangrijk uitgangspunt van de visie is de constatering dat we in toenemende mate leven in een wereldomvattende netwerkeconomie waarbinnen voortdurend nieuwe allianties tussen bedrijven en instellingen ontstaan. Deze verbindingen gaan vaak dwars door de traditionele bedrijfssectoren heen en zijn zo veranderlijk dat moeilijk te voorspellen is welke economische sectoren over een aantal jaren kansrijk zijn. Dit maakt het ook niet zinvol om voor de gehele looptijd van deze visie de economische speerpuntsectoren vast te leggen. Wat wel duidelijk is, is dat de factor “kennis” in alle sectoren van groot belang is. De keuze “Venray is kennisintensief” sluit hier ook bij aan.
Ten aanzien van bedrijventerreinen heeft Venray de ambitie om over voldoende, en voldoende gevarieerde werklocaties voor bedrijven te willen beschikken, nu en in de toekomst. Er dient ruimte te zijn voor bedrijven in elke fase van hun bestaan, van startend bedrijf tot grote internationale speler. Dit betekent dat er niet alleen maar aandacht uitgaat naar de uitgifte van nieuwe bedrijfskavels (van verschillende omvang en type), maar dat ook mogelijkheden worden geboden voor werken aan huis, werken in een bedrijfsverzamelgebouw of in een opgeknapt pand uit de bestaande voorraad. Behoud en versterking van de lokaal aanwezige bedrijven staat voorop. Gezien het grote aandeel bedrijfsverplaatsingen binnen de gemeente, van de ene naar de andere werklocatie, moet worden voorkomen dat er leegstand ontstaat of verpaupering van de oude locatie (uiteraard is dit ook afhankelijk van de ligging en de kwaliteit van de
achterblijvende locatie). In de Economische visie kiest Venray dan ook voor een
tweesporenbeleid: enerzijds nieuwe uitbreidingsruimte creëren en anderzijds de bestaande terreinen revitaliseren. Het een kan niet los worden gezien van het ander. Elke nieuwe ontwikkeling zal gepaard moeten gaan met kwaliteitsinvesteringen in het bestaande. Venray onderschrijft hiermee de principes van de SER ladder van eerst intensiveren en herstructureren en dan pas uitbreiden. Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid van de bedrijventerreinen staan voorop. De vraag naar kwaliteit en representativiteit van gebouwen en de bedrijfsomgeving neemt toe. Overigens is en blijft wel sprake van verschillende kwaliteitsniveaus. Niet elk bedrijventerrein kan namelijk hoogwaardig zijn en dat zou ook niet gewenst zijn. Wel dient elk terrein een bepaalde basiskwaliteit te hebben om te voorkomen dat er een neerwaartse spiraal ontstaat en revitalisering aan de orde komt. Daarnaast geldt dat er ook binnen een terrein
verschillen van kwaliteitsniveau mogelijk zijn. Als inrichtingsprincipes worden gehanteerd:
Segmentering
In de Economische visie is een indeling opgenomen naar segmentering van de bedrijventerreinen in Venray. Er worden vijf typen van bedrijventerreinen onderscheiden:
industrieel-logistiek terrein | bedoeld voor grote industriele transport- en distributiebedrijven (VAL) |
bedrijven- en kantorenpark | bedoeld voor middelgrote, hoogwaardige bedrijvigheid zoals (lichte) productie en dienstverlening |
gemengd bedrijventerrein | bedoeld voor kleinschalige of middelgrote, gemengde bedrijvigheid (productie, reparatie, groothandel) |
stedelijke dienstenterrein | bedoeld voor kantoren, volumineuze detailhandel en/of leisure voorzieningen |
functiespecifiek terrein | specifiek bedoeld voor agrarisch gebonden bedrijvigheid of bedrijven die moeten verplaatsen uit de kerkdorpen |
Onderstaande tabel geeft een indeling weer van de bedrijventerreinen van Venray naar type, omvang, gemiddelde kavelgrootte (klein tot 2.500 m2, middel 2.500 tot 5.000 m2, groot vanaf 5.000 m2) en toegelaten milieucategorieën. Het betreft een indeling op hoofdlijnen.
Type terrein | Omvang (in ha) | Kavel grootte | Milieucategorie | Geluidszoneringsplichtige/risicovolle inrichtingen | |
Smakerheide (I en II) | industrieel-logistiek terrein | 170 | groot | 2, 3, 4, 5 | geluid ja, risicovol ja |
De Blakt | industrieel-logistiek terrein | 73 | groot | 2, 3, 4 | geluid nee, risicovol nee |
Keizersveld | bedrijven- en kantorenpark | 40 | klein, middel | 1, 2, 3, 4 | niet toegestaan |
Huslt I | gemengd bedrijventerrein | 19 | middel | 2, 3, 4 | niet toegestaan |
Hulst II | bedrijven- en kantorenpark | 24 | middel | 1, 2, 3, 4 | niet toegestaan |
De Brier | stedelijke dienstenterrein | 11 | klein | 1, 2, 3.1 | geluid nee, risicovol ja (uitsluitend lpg-tankstation) |
Witte Vennen | industrieel-logistiek terrein | 27 | groot | 3, 4 | geluid ja (gezoneerd) risicovol ja |
Witte Vennen woonwerk | gemengd bedrijventerrein | 10 | klein | 1, 2 | niet toegestaan |
ABT Ysselsteyn | functiespecifiek terrein | 10 | klein | 2, 3, 4 | niet toegestaan |
Ysselsteyn gezellebaan | gemengd bedrijventerrein | 3 | klein | 1, 2, 3.1 | niet toegestaan (risicovol uitsluitend lpg-station) |
Zuivelfabriek | gemengd bedrijventerrein | 3 | klein | 1, 2, 3.1 | niet toegestaan |
Haven Wanssum | gemengd | 3 | klein | 2,3,4, 5 | geluid ja (gezoneerd) risicovol ja |
In de Economische visie is de ambitie verwoord om meer ruimte te bieden voor kennisintensieve bedrijvigheid in Venray. Hiermee wordt enerzijds tegemoet gekomen aan de groeiende vraag naar ruimte door reeds aanwezige dienstverlenende bedrijven in Venray, en anderzijds het streven om de werkgelegenheidsstructuur van Venray te verbreden en het kennisniveau te verhogen.
Kwaliteitsniveau
In de Economische visie is voor alle bedrijventerreinen het gewenste kwaliteitsniveau bepaald.Hierbij zijn drie aspecten van belang:
Ten aanzien van het bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn wordt in de visie aangegeven dat het ten aanzien van alle drie de aspecten het basis kwaliteitsniveau wordt nagestreefd, hetgeen neerkomt op een met name functionele en geordende invulling en uitstraling. Dit betekent dat het kwaliteitsniveau een aandachtspunt vormt bij de verdere uitgifte en ontwikkeling van het terrein. Door middel van een inrichtingsplan en -schets wordt het gewenste kwaliteitsniveau vorm gegeven (zie Bijlage 10.)
In de nota Herziening Detailhandelsbeleid 2005 (Gemeente Venray (september 2005), Herziening Detailhandelsbeleid Venray. Venray) is het detailhandelsbeleid zoals de gemeente Venray dit sinds 1999 voert geactualiseerd. In de nota worden ten aanzien van reguliere, grootschalige en volumineuze detailhandel uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten, alsmede de wijze waarop deze van toepassing zijn op het bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn, worden in de hierna volgende paragrafen nader toegelicht.
REGULIERE DETAILHANDEL
De gemeente Venray streeft voor wat betreft de reguliere detailhandel (geen volumineuze of grootschalige detailhandel) naar een verbreding en een versterking van het winkelaanbod in het centrum van de kern Venray. Bedrijventerreinen bieden in beginsel geen plaats voor de vestiging van kleinschalige reguliere detailhandel. De provincie Limburg heeft in de Handreiking ruimtelijke ontwikkeling bepaald dat detailhandelfuncties op bedrijventerrein in principe niet gewenst zijn. Daarbij heeft de provincie Limburg in de handreiking wel aangegeven dat ondergeschikte detailhandel inherent aan de bedrijfsactiviteiten op bedrijventerreinen in principe is toegestaan. Dit is in lijn met vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State (ABRvS). Uit deze jurisprudentie volgt dat (zeer) ondergeschikte, en aan de hoofdactiviteit gerelateerde detailhandel niet altijd strijdigheid met een bestemmingsplan hoeft op te leveren wanneer in de bestemmingsregels detailhandel als gebruik wordt uitgesloten. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om ambachtelijke of dienstverlenende bedrijven die naast en ten dienste van de hoofdactiviteit in beperkte mate ook producten verkopen aan particulieren. Ook ten aanzien van bestemmingen die groothandel toelaten maar detailhandel uitsluiten, hoeft geen sprake te zijn van strijd met de bestemming wanneer redelijkerwijs moet worden aangenomen dat incidenteel en in beperkte mate, voortvloeiend uit en ondergeschikt aan de groothandelsactiviteiten, verkoop aan particulieren plaatsvindt. Bepalend voor de constatering of een detailhandelfunctie ondergeschikt is aan en voortvloeit uit de uitgeoefende bedrijfsactiviteit zijn onder andere het verkoopvloeroppervlak (aangehouden wordt een maximum van 15%) dat ten behoeve van de detailhandelfunctie wordt gebruikt en het percentage van de totale jaaromzet dat door de detailhandel wordt gerealiseerd.
Conform de uitgangspunten van de Handreiking ruimtelijke ontwikkeling wil ook de gemeente Venray voorkomen dat kostbare bedrijfsruimte, waar gezien de afstand tot de woonbebouwing zware bedrijvigheid kan worden toegestaan, wordt bezet door (kleinschalige) detailhandelbedrijvigheid. De vestiging van nieuwe zelfstandige reguliere detailhandelfuncties wordt op het bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn derhalve niet toegestaan.
GROOTSCHALIGE DETAILHANDEL
Onder grootschalige detailhandelvestigingen worden winkels verstaan die een groot oppervlak innemen (minimaal 1.500 m2) en een omvangrijk assortiment aanbieden. Als geschikte locatie voor een dergelijk detailhandelconcept wordt aangemerkt een locatie aan de rand van het centrum, welke optimaal is ontsloten en goede mogelijkheden heeft voor het bieden van voldoende parkeergelegenheid. Het bedrijventerrein voldoet niet aan deze (eerste) vestigingseis. De vestiging van grootschalige detailhandel op het bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn is dan ook niet toegestaan.
VOLUMINEUZE DETAILHANDEL
Onder volumineuze detailhandel wordt verstaan winkels die zich idealiter buiten de grenzen van een winkelcentrum bevinden. In de regel gaat het dan om winkels die grote (volumineuze) producten aanbieden, zoals auto’s, meubels, of tuinartikelen. De omvang van de producten en de daarmee samenhangende randvoorwaarden zoals een groot winkeloppervlak, een goede autobereikbaarheid en goede laad- en losmogelijkheden, zorgen ervoor dat gekozen wordt voor een perifere ligging. Het beleid van de gemeente Venray is erop gericht het bedrijven- en dienstenterrein De Brier te ontwikkelen tot een volwaardig concentratiegebied van volumineuze detailhandel binnen de gemeente Venray. Dit betekent dat detailhandelontwikkeling in volumineuze goederen op andere locaties, zoals in casu het bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn, nadrukkelijk dient te worden gestuurd. Onder andere middels voorliggend bestemmingsplan wordt invulling gegeven aan deze sturing, door middel van detailhandel in volumineuze goederen uitsluitend ten behoeve van 1 perceel toe te staan door middel van een aanduiding op de verbeelding. De vestiging van nieuwe volumineuze detailhandel wordt in de regels van dit plan uitgesloten.
Het verkeers- en vervoersplan (Gemeente Venray (maart 2007), Venray's Verkeers- en vervoersplan. Venray) is in maart 2007 vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Venray en recentelijk geactualiseerd.
Met het verkeers- en vervoersplan worden een viertal doelstellingen nagestreefd:
Conform de principes van “Duurzaam Veilig” kan het wegennet worden opgedeeld in drie functies, te weten stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. In de Visie Wegenstructuur en Wegcategorisering (Gemeente Venray (februari 2008), Visie Wegenstructuur en Wegcategorisering). Venray) welke een aanvulling vormt op het Verkeers- en vervoersplan, onderscheidt de gemeente Venray daarbij nog een specifiek type gebiedsontsluitingsweg, te weten de wijkontsluitingsweg. De weginrichting van gebiedsontsluitingswegen is in de hoofdzaak gericht op verkeersdoorstroming en kent daarom gescheiden voorzieningen voor autoverkeer en langzaam verkeer.
De weginrichting van wijkontsluitingswegen kent een minder vergaande vorm van scheiding van autoverkeer en langzaam verkeer. Op erftoegangswegen ten slotte is het autoverkeer en langzaam verkeer gemengd. De inrichtingseisen voor gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen lenen zich niet voor toepassing op bedrijventerreinen. De reden hiervoor is gelegen in het naar verhouding grote aandeel van (lang en zwaar) vrachtverkeer op deze wegen. Voor op en rond bedrijventerreinen worden daarom twee aparte wegfuncties onderscheiden:
Onderdeel van het verkeers- en vervoersplan is verder een analyse van de kansen en
kwaliteiten enerzijds, en de problemen en bedreigingen anderzijds van de verkeerssituatie in Venray. Aan de hand van de toekomstige knelpunten zijn speerpunten vastgesteld waar de gemeente Venray op inzet om de bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid te waarborgen en te verbeteren.
Een van de problemen waar de gemeente mee te maken heeft is de toenemende drukte op de autosnelwegen en de hoofdwegen in en rondom Venray. Op de hoofdwegen zorgt het verkeer voor barrièrewerking en wordt het voor voetgangers en fietsers lastiger om over te steken.
Om de doorstroming van het autoverkeer op de drukke hoofdwegen ook in de toekomst te kunnen garanderen worden in de Visie Wegenstructuur en Wegcategorisering oplossingsrichtingen benoemd en onderzocht welke kunnen bijdragen aan een vlotte
doorstroming van dit verkeer. De hoofdvraag daarbij is welke infrastructurele maatregelen er nodig zijn om tot een goede verkeerssituatie te komen. In zijn algemeenheid wordt in de Visie Wegenstructuur en Wegcategorisering opgemerkt dat de analyse van de oplossingsscenario’s laat zien dat om te komen tot een goede en vlotte verkeersafwikkeling in Venray, vooral moet worden gekeken naar uitbreiding en optimalisatie van de bestaande wegenstructuur. Bij de bepaling van de toekomstige wegenstructuur zal de nadruk derhalve vooral liggen op maatregelen die de bestaande infrastructuur beter benutten en aanpassen.
In het plangebied zijn geen wegen gelegen ten aanzien waarvan in de visie concrete beleidsdoelstellingen zijn geformuleerd.
Centrale begrippen in het Venrayse milieubeleid zijn "duurzaamheid" en "leefbaarheid". Leefomgevingkwaliteit is hierbij een koepelbegrip dat de verbinding aangeeft tussen de zorg voor en waardering van de leefbaarheid in de directe (lokale) omgeving van de mens en het streven naar duurzaamheid nu en in de toekomst en op mondiale schaal.
In het Milieubeleidsplan 2003-2007 zijn vijf speerpunten van het milieubeleid benoemd: duurzaam bouwen, energie, water en externe veiligheid.
Hiernaast is eind 2008 het beleidskader voor energie en klimaat: "Bron van energie" vastgesteld door de gemeenteraad. Doel is om te komen tot energiebesparing en het toepassen van duurzame energie. Omdat de gemeente als organisatie weinig invloed heeft op het energieverbruik door burgers en bedrijven en afhankelijk is van initiatieven van marktpartijen worden burgers en bedrijven gefaciliteerd in hun aanpak voor energiebesparing en duurzame energie. Voor bedrijven zien we kansen om -gezamenlijk of individueel- gebruik te maken van duurzame energie (zon, biomassa, restwarmte en dergelijke), zorgen we ervoor dat deze kansen zichtbaar worden en geven we ondersteuning bij de te volgen procedures (bestemmingsplan, vergunningen, subsidies).
Ten aanzien van bedrijventerreinen worden in het milieubeleidsplan en beleidskader "Bron van energie" geen specifieke beleidsdoelen of ambities geformuleerd. De effecten van voorliggend bestemmingsplan op bovengenoemde speerpunten, alsmede op de overige relevante milieutechnische aspecten zoals bodem en geluid, zullen in hoofdstuk 4 van deze toelichting nader worden beschouwd.
Door de invloed van sommige bedrijven vormt het onderwerp bedrijven een onderdeel van het Venrayse milieubeleid. Het merendeel van de bedrijven (inrichtingen) binnen de gemeente Venray is op grond van de Wet milieubeheer vergunning- of meldingplichtig. Op basis van deze regelgeving kan voor elke inrichting de maximaal acceptabel geachte milieubelasting op de leefomgeving worden gewaarborgd. Middels een gecombineerd spoor van onder andere ruimtelijk beleid en milieubeleid kan de negatieve invloed van bedrijven binnen de gemeente Venray op de leefomgevingkwaliteit van haar burgers tot een minimum beperkt worden. Dit bestemmingsplan vormt onderdeel van het ruimtelijke spoor. In voorliggend bestemmingsplan is een zonering opgenomen middels welke de bedrijven die (potentieel) de grootste druk uitoefenen op de kwaliteit van de leefomgeving het verst van gevoelige functies (zoals bijvoorbeeld woonwijken) worden gesitueerd. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op deze zonering.
De per 1 januari 2003 herziene Woningwet verplicht gemeenten een welstandsbeleid vast te stellen. Door de gemeente Venray is dit beleid vastgelegd in de nota Ruimtelijke Kwaliteit in Venray (Gemeente Venray (december 2006), Ruimtelijke Kwaliteit. Venray). In eerder welstandsbeleid van de gemeente werd uitgegaan van gebiedsgerichte criteria. Om verschillende redenen bleek deze opzet niet te werken. In de nieuwe nota ruimtelijke kwaliteit is derhalve voor een andere opzet gekozen. Twee uitgangspunten bij de welstandbeoordeling van nieuwe bouwplannen staan centraal:
Afhankelijk van de omvang van de bouwplannen zullen deze intensiever worden begeleid en getoetst. Bouwplannen worden, indien zij niet welstandsvrij zijn, getoetst aan loketcriteria, algemene criteria of aan het voor dat gebied geldend beeldkwaliteitsplan of –richtlijn. Loketcriteria bieden zekerheid vooraf met betrekking tot de welstandscriteria die gelden voor kleine, licht bouwvergunningplichtige bouwwerken. De algemene welstandscriteria richten zich op de zeggingskracht en het vakmanschap van het ontwerp en zijn terug te voeren op universele kwaliteitsprincipes. Tot deze criteria behoren onder andere de relatie tussen bouwwerk en omgeving, de bebouwing op zich, en het gekozen materiaal, niveau van detaillering en kleur.
Zoals reeds is vermeld in het eerste hoofdstuk wordt ten aanzien van het bedrijventerrein een inrichtingsvisie en -schets opgesteld (Bijlage 10). Dit plan dient als ontwerp- en uitvoeringskader ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen in het plangebied: bij nieuwe ontwikkelingen dient er rekening gehouden te worden met de ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur en randvoorwaarden zoals deze zijn geformuleerd in het inrichtingsplan met bijbehorende inrichtingsschets.
Inrichtingsplan
(zie Bijlage 10 )
De gemeente Venray streeft bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen naar een hoge
ruimtelijke kwaliteit. Het doel daarbij is dat de gebouwen en de daarbij behorende leefomgeving door de gebruikers als goed en prettig wordt ervaren. Met bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn streeft Venray naar een kleinschalig bedrijventerrein met een eigen karakter. In het inrichtingsplan worden handvatten geboden om de identiteit te versterken. Er wordt richting gegeven aan het beeld van het terrein, de eventuele te onderscheiden deelgebieden, het openbare gebied, de gebouwen, de groenstructuur en de omgeving van het plangebied.
Met het Groenstructuurplan (Gemeente venray, (oktober 2005), Groenstructuurplan. Venray) heeft de gemeente Venray een beleidslijn uitgezet voor de toekomst van het in de kern Venray en de omringende dorpen aanwezig openbaar groen. Het gemeentelijk beleid voor wat betreft de gewenste kwantiteit en kwaliteit van het groen zijn in het groenstructuurplan vastgelegd. Bij kwaliteit kan gedacht worden aan de gebruiks-, de belevings- en de ecologische waarde van het groen. Groenvoorzieningen fungeren als belangrijke dragers van de ruimtelijke structuur, staan in relatie met het landschap buiten de bebouwde kom en bieden variatie op wijkniveau. De gemeente Venray streeft derhalve naar gevarieerd groen op alle schaalniveaus. In het groenstructuurplan worden twee schaalniveaus onderscheiden: op het niveau van de kernen wordt gestreefd naar een sterke hoofdgroenstructuur en op het niveau van het groen in de wijken/dorpen wordt gestreefd naar een variatie in groenvoorzieningen, die is afgestemd op het stedenbouwkundig karakter van de buurt en de behoeften van de bewoners.
In de nota wordt het belang van voldoende groen in de publieke ruimte benadrukt: uit
onderzoek blijkt het belang van groen voor de leefbaarheid, de menselijke gezondheid, de economie en de natuur. Daarnaast is de aanwezigheid van voldoende groen van groot belang voor het (economisch) vestigingsklimaat en stimuleren van het toeristisch recreatief bedrijfsleven. Ten aanzien van het groen in de kern Venray wordt in het groenstructuurplan onder andere het behouden en versterken van landschappelijke waarden en elementen, alsmede het behouden en versterken van ecologische structuren en het creëren van zo veel mogelijk groenzones binnen de stad als belangrijke uitgangspunten voor het te voeren beleid benadrukt.
In het inrichtingsplan is nadrukkelijk aandacht besteed aan de groenstructuur van het plangebied in samenhang met haar omgeving.