Plan: | Bedrijventerrein Agrobaan fase 3 Ysselsteyn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.BP11014-va01 |
De in het plan opgenomen bestemmingen en dubbelbestemmingen worden hierna nader toegelicht:
Bestemming Bedrijf (artikel 3):
Binnen deze bestemming zijn bedrijven rechtstreeks toegestaan in de milieucategorieën 2, 3.1 en 3.2, zoals deze zijn opgenomen in de bij dit plan behorende staat van bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn' van de regels). Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor bedrijven;
Kantooractiviteiten zijn slechts toegestaan ter ondersteuning van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, waarbij het brutovloeroppervlak dat ten behoeve van deze kantooractiviteiten wordt gebruikt maximaal 30% bedraagt, conform de richtlijnen van de provinciale Handreiking ruimtelijke ontwikkeling.
Verder is een voorgevelrooilijn van minimaal 13 meter opgenomen vanwege stedenbouwkundige eisen en tevens verkeersvoorwaarden (de draaicirkel van het vrachtwagenverkeer/ brandweerwagens).
Tevens is een maximaal bebouwingspercentage (van 70%) voorgeschreven, om de ruimte van het bedrijventerrein zo nuttig mogelijk te besteden in het kader van duurzaam ruimtegebruik.
Bestemming Groen (artikel 4):
De gronden binnen deze bestemming zijn onder andere bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en voet- en rijwielpaden. Er mogen geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen worden opgericht. Tevens is het binnen deze bestemming mogelijk om regenwaterbergingsvoorzieningen mogelijk te maken ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' op de verbeelding.
Bestemming Verkeer (artikel 5):
Deze bestemming is toegekend aan de bedrijventoegangsweg, het nog aan te leggen deel van de Agrobaan, in het plangebied. De minimale breedte voor deze weg is 3,5 meter. Deze weg dient voor de ontsluiting van de aangrenzende bedrijfspercelen.
Bestemming Waterstaat - Beschermingszone watergang (artikel 6):
De dubbelbestemming Waterstaat - Beschermingszone watergang beschermt de net buiten het plangebied gelegen watergang. De beschermingszone bedraagt 5 meter aan beide zijden van de watergang en is weergegeven op de verbeelding.
Algemene regels
Hoofdstuk 3: “Algemene regels” omvat regels en bepalingen die betrekking hebben op het gehele plangebied.
Anti-dubbeltelbepaling (artikel 7):
Dit artikel geeft aan dat grond die al eerder moest worden meegeteld bij de beoordeling van een bouwplan niet nog eens mag worden meegeteld bij een nieuwe bouwaanvraag.
Algemene gebruiksregels (artikel 8):
Deze bepaling is een rechtstreekse uitwerking van het in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening opgenomen verbod gronden of bouwwerken te laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan.
Algemene Aanduidingsregels (artikel 9):
Voor het plangebied is de aanduiding luchtvaartverkeerszone opgenomen ten behoeve van het luchtverkeer van defensie.
Algemene afwijkingsregels (artikel 10):
De afwijkingsmogelijkheid welke is opgenomen in het eerste lid van dit artikel betreft een afwijkingsmogelijkheid van de in de planregels gegeven maten en normen met betrekking tot het bouwen. Deze bepaling wordt nodig geacht om de bruikbaarheid van het plan te bevorderen. Het gaat hierbij om kleine afwijkingen van de situering of afmeting van gebouwen, die geen afbreuk doen aan de bestemmingsdoeleinden. In het tweede lid van dit artikel wordt bepaald dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de in dit plan opgenomen regels te allen tijden dient te worden verzekerd dat na realisatie van de functie of bebouwing welke middels de afwijking wordt gemaakt, nog steeds kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Het derde en vierde lid bepalen dat Burgemeester en Wethouders voor ondergeschikte bouwdelen bij omgevingsvergunning kunnen afwijken ten aanzien van de maximum toegestane bouwhoogte en de toegestane situering. Ondergeschikte bouwdelen zijn buiten de gevel of het dakvlak uitstekende ondergeschikte delen van een gebouw, zoals bijvoorbeeld luifels, liftopbouwen of -kokers, antennes, reclame-uitingen, technische installaties en noodtrappen. Uitgebouwde gedeeltes van een gebouw worden niet tot de ondergeschikte bouwdelen gerekend.
Overige regels (artikel 11):
Hierin bevindt zich de bepaling met betrekking tot werking wettelijke regelingen waarnaar in het plan verwezen wordt. Deze luiden zoals deze gelden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 4 “Overgangs- en slotregels” bevat onder andere de bepalingen die betrekking hebben op:
Overgangsrecht (artikel 12):
Bouwwerken welke op het moment van tervisielegging van het plan bestaan (of waarvoor een bouwvergunning is aangevraagd), mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de planregels op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag gehandhaafd blijven.
Slotregel (artikel 13):
Dit artikel geeft de titel van de planregels aan.
Bijlage 1: Staat van Bedrijfsactiviteiten.