Bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn

4.5 Waterhuishouding

Artikel 3.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat in de toelichting van bestemmingsplannen dient te worden beschreven op welke wijze bij de planontwikkeling rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding.

In 2007 is reeds een waterparagraaf opgesteld en voorgelegd aan het waterschap. Waterschap Peel en Maasvallei heeft op 12 november 2007 (kenmerk boa/flwi/Watertoets/2007.04636) een wateradvies afgegeven. Het waterschap laat in 2007 weten een positief wateradvies te geven, wanneer een aantal opmerkingen worden overgenomen in de waterparagraaf.

Deze opmerkingen zijn reeds verwerkt in de waterparagraaf uit 2007, welke in Bijlage 4: Rapport water en Bijlage 5 Wateradvies zijn toegevoegd aan deze toelichting.

Hieronder volgt een actualisatie van de waterparagraaf uit 2007, zodat op voldoende wijze bij de planontwikkeling rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding.

Veranderde uitgangspunten

De riolering en de waterberging zijn op de locatie al gerealiseerd. De gemeente heeft voor 3 gebouwen reeds een bouwvergunning verleend, waarvan 2 gebouwen al zijn gerealiseerd. De locatie voldoet aan de eisen zoals vastgesteld in de waterparagraaf van 2007.

Het bedrijventerrein heeft een bruto oppervlak van circa 6 ha. Daarvan is 4,9 ha verkaveld en 1,1 ha bestemd als weg. Uitgaande van maximaal 100% verharding van de kavel en de weg, is in het plangebied een verhard oppervlak van circa 6 ha aanwezig.

Lokale waterhuishouding

Aan de west- en noordzijde van het bedrijventerrein is een waterpartij gelegen. Deze permanente waterpartij is in gebruik als infiltratievoorziening voor het bedrijventerrein. Op het bedrijventerrein is een verbeterd geschieden stelsel aanwezig. In het verbeterd gescheiden stelsel is rekening gehouden met een pompovercapaciteit van 0,1 mm naar het rioolstelsel.

De infiltratievoorziening is aangelegd in de vorm van een permanente waterpartij. Infiltratie geschiedt via de zijwanden van de waterpartij. Deze waterpartij heeft een oppervlak van circa 2.780 m². De hoogte die kan worden benut voordat het water overstort, bedraagt circa 1 à 1,5 m.

Conform de huidige beleidslijnen van waterschap Peel en Maasvallei dient in het plangebied voldoende capaciteit aanwezig te zijn om een neerslaggebeurtenis van eens per 10 jaar op te vangen (50 mm in 27,3 uur). Daarnaast dient een neerslaggebeurtenis van eens per 100 jaar (63 mm) geen wateroverlast te veroorzaken ter plaatse van de bebouwing.

De infiltratiesloot dient uitgevoerd te worden met een leegloopvoorziening boven de GHG met een capaciteit van 1 l/s/ha (5,5 l/s) naar de naast gelegen infiltratiegreppel. De infiltratiegreppel is in eigendom van de Provincie Limburg. Voor een uitstroomvoorziening dient contact opgenomen te worden met de Provincie Limburg.

Check infiltratievoorziening aan huidige randvoorwaarden

De inhoud van de infiltratievoorziening is vergeleken met de bergingsopgave conform de huidige beleidslijnen van waterschap Peel en Maasvallei. De bergingsopgave komt voor T=10 op circa 3000 m³. Door Vitelia is de oppervlakte van de watergang bepaald op 2780 à 3350 m2. Daarnaast is waargenomen dat 1,5 tot 2 meter ruimte is tussen het waterpeil en de insteek. Uitgaande van 1 à 1,2 meter peilstijging en een oppervlakte tussen 2780 à 3350 m2 zal voldoen worden aan de bergingseis.

Aansluiten nieuwe ontwikkelingen op het watersysteem

Nieuwe ontwikkelingen op het bedrijventerrein dienen het vuile en schone water bij de bron te scheiden. Het vuile water dient te worden aangesloten op de vuilwaterleiding in openbaar gebied. Het terreinwater dient te worden aangesloten op de hemelwaterleiding op openbaar gebied. Voor het dakwater zijn twee mogelijkheden. De daken kunnen afwateren naar de hemelwaterriolering van het plan of afwateren naar een infiltratievoorziening op eigen perceel.

Waterkwaliteit

Omdat het hemelwater geïnfiltreerd wordt, is het van belang de waterkwaliteit te bewaken. Het eerste vervuilde water dat tot afstroom komt, First flush, wordt door het verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd naar de zuivering. Het overige hemelwater is aan te merken als schoon en kan rechtstreeks naar de infiltratievoorziening. Indien het terreinwater op een infiltratievoorziening op eigen terrein wordt aangesloten, dient dit via een bodempassage te gebeuren. In de bodempassage worden de verontreinigingen afgevangen.

Daarnaast is het van belang om de goede waterkwaliteit te behouden door geen uitloogbare materialen (lood, koper, zink) te gebruiken in de bebouwing of op openbaar gebied. Autowasplaatsen dienen te worden aangesloten op de vuilwaterleiding van het rioolstelsel. Verder dient het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen zo veel mogelijk beperkt te worden.